Naai een jumpsuit

Medium
icon
Naai een jumpsuit

Beschrijving

Een zero waste jumpsuit is stijlvol, duurzaam en ook nog eens leuk om te naaien. Creëer een kledingstuk dat niet mag ontbreken in jouw garderobe, want het laat je er bij veel gelegenheden goed uitzien. Het one-size-patroon is niet alleen duurzaam door het creëren zeer weinig stofresten, je kunt hem ook flexibel aanpassen aan jouw figuur of eens uitlenen aan een vriendin. De inzetmogelijkheden zijn eindeloos en met een hoogwaardige stof heb je er zeker lang plezier van!

Maat: One size, ongeveer maat 34-42

Dit heb je nodig:

Onze tip:

Gebruik een stof met patroon zonder boven- of onderkant! Het onderste deel wordt namelijk in een andere richting verwerkt, houd hier rekening mee bij het kiezen van de stof. We raden af ​​om de stof voor verwerking te wassen, omdat het knippen veel gemakkelijker is als de stof niet krult aan de randen. Het patroon moet dan ook los genoeg zijn om goed te passen en ook na eventueel licht krimpen nog een aangename pasvorm hebben.

Snijden
1/17

Patroon uit stof knippen of snijden

Maak de snijranden mooi recht en verwijder de zelfkant. Als je stof wat groter of kleiner is, is dat geen probleem. Deel A wordt dan iets groter of kleiner, afhankelijk van jouw stofbreedte, de rest wordt op de opgegeven afmetingen geknipt. In de lengte oriënteer je je op het midden.

Knip alle stukken volgens het knipplan. Naadtoeslagen zijn al inbegrepen.

Bereid kruisje voor
2/17

Bereid kruisje voor

Vouw stofstuk A (stippellijn op het plan) dubbel en strijk de vouwrand. Plaats sjabloon G in het midden, trek het over en knip het deel precies op de lijnen uit. Het uitgeknipte deel wordt gebruikt als kruisje voor de broek.

Naai de halslijn
3/17

Naai de halslijn

markeer het midden van de lengte van beide E delen: De stroken komen later op de schouderknipjes te liggen. Dan strijk je de stroken in de lengterichting met de goede kanten op elkaar op de stofvouw. Dan leg je de twee stroken open op elkaar met de goede kanten naar elkaar toe. Markeer een punt op 4,5 cm van de rand in het midden. Als het helpt, teken dan een hulplijntje van 0,7 cm (voetjesbreedte) van de rand naar je markering in het midden en weer 0,7 cm van de rand terug, als een hoek naar binnen.

Deze lijn stik je met een gewone naaimachine en knipt dan de naadtoeslag langs de karteling terug naar 0,3 cm.

Naai de halslijn
4/17

Naai de halslijn

Vervolgens strijk je de naadtoeslagen uit elkaar en vouw je de stroken langs de gestreken vouwrand om. Herhaal dit aan de andere kant van je stroken. Maak nu aan het voorpand in het midden van de hald een recht knipje van 0,5 cm in de richting van de zoom.

Naai het beleg aan de halslijn
5/17

Naai het beleg aan de halslijn

Naai nu de hoeken van het halsdeel vast aan de voor- en achterkant met een naadtoeslag van 0,6 cm. Zodra je de punt bereikt, doe je het naaivoetje omhoog en trek je de stof voorzichtig recht.

Naai het beleg aan de halslijn
6/17

Naai het beleg aan de halslijn

Leg de knipjes bij de schouders precies op elkaar en speld alleen hier de delen aan elkaar vast. Naai vervolgens de hele strook van punt tot punt met de overlock of een stretchsteek. Hierbij de halslijn lichtjes uitrekken. Strijk vervolgens de naadtoeslagen naar buiten en strijk de punt mooi plat (eventueel de stof bij de punt iets verder wegknippen).

Broek naaien
7/17

Broek naaien

Leg de twee delen B met de goede kanten op elkaar en naai aan beide zijkanten bovenin een naad van 7 cm.

Leg het nu zo neer dat de net genaaide naden op elkaar komen te liggen.

Broek naaien
8/17

Broek naaien

Neem nu het kruisje (deel G) en leg het middenknipje van het kruisje op de naad van de bovenste stoflaag. Naai deze kant vast op voetjesbreedte.

Broek naaien
9/17

Broek naaien

Hetzelfde met de andere kant, maar hier sluit je de naad voorbij de spie door de binnenbeennaden aan elkaar te naaien tot aan de zoom. Strijk de naadtoeslagen uit elkaar.

Koordtunnel op de schouder
10/17

Koordtunnel op de schouder

Strijk aan de zijranden van het bovenstuk over de gehele lengte 2 cm naar binnen en zoom de rand met een stretchsteek of cover-steek.

Koordtunnel op de schouder
11/17

Koordtunnel op de schouder

Plaats nu een van de delen C met de goede kant naar boven op de achterkant van het bovenstuk, in het midden langs de schouderlijn (oriënteer je op de knipjes). Vouw de buitenste randen 2 cm naar binnen, hiervoor moet je de strook iets inkorten zodat deze de juiste lengte heeft. Het moet eindigen aan de armzijde net binnen de zoom van het armsgat en aan de nekzijde ter hoogte van de naadtoeslag. Speld het vast aan de lange zijden.

Koordtunnel op de schouder
12/17

Koordtunnel op de schouder

Markeer nu met kleermakerskrijt, aan de goede kant van de stof van het bovenstuk, het midden van de strook (schouderlijn).

Stik de krijtlijn met een stretch- of coversteek. De spelden kunnen gewoon in de stof blijven zitten, zonder bij het naaiproces te hinderen. Verwijder vervolgens de naalden en naai vanaf de goede kant, parallel aan de naad die je zojuist hebt genaaid, op 3 cm afstand van de streep aan beide kanten. Je hebt nu drie parallelle naden.

Koordtunnel op de schouder
13/17

Koordtunnel op de schouder

Herhaal dit voor de andere schouder. Voor de tunnelband neem je strook F. Leg deze in de lengterichting op de vouw met de goede kanten naar elkaar toe en sluit de open rand af met een naadtoeslag van 0,7 cm. Vervolgens keer je de band om met behulp van draad en een dikke, naald met ronde kop.

Koordtunnel op de schouder
14/17

Koordtunnel op de schouder

Nu knip je de band doormidden en rijg je het met een veiligheidsspeld door de tunnel vanaf de armsgatkant naar de hals en terug aan de andere kant. Nu kun je de schouder rafelen en een strik maken. Je kunt de uiteinden van de band met de hand naaien, een knoop leggen of een koordstopper gebruiken.

Naai de jumpsuit aan elkaar
15/17

Naai de jumpsuit aan elkaar

markeer het midden van de voor- en achterkant van het midden van de top met knipjes. Markeer ook het midden tussen de voor- en achterkruisnaden in het broekdeel met knipjes (dat wil zeggen, de zijnaad). Leg het bovenstuk plat voor je en meet de volledige breedte Meet ook de breedte van de broek. Bereken het verschil tussen de twee breedtes en deel het door twee. De waarde die je krijgt, geeft aan hoeveel de voor- en achterkant van de top elkaar overlappen. Draag de berekende waarde over op de zijkanten van het bovenstuk richting het midden en markeer de plaatsen met knipjes (bijv. op 10 cm van de rand) Draai nu het bovenstuk en leg het broekdeel hierin met de goede kant van de stof naar buiten. Nu liggen de lagen met de goede kanten op elkaar. Leg het middelste knipje aan de voorkant bovenaan op de voorste kruisnaad en het middelste knipje van het achterste gedeelte op de achterste kruisnaad. Je moet drie knipjes aan elke kant hebben: De twee lagen van de top die elkaar overlappen komen op de zij-knipjes van het broekgedeelte. Zorg ervoor dat de zijkanten van het voorpand bovenop die van het achterpand liggen. Dit is de enige manier om later de voor- en achterkant van elkaar te onderscheiden, aangezien de onderkant verder symmetrisch is. Speld de bovenkant rondom aan het broekgedeelte vast, de randen moeten precies op elkaar passen. Sluit de naad.

Naai de jumpsuit aan elkaar
16/17

Naai de jumpsuit aan elkaar

De zijnaden worden alleen gesloten door de overlap en de riem. Als dat te open voor je is, kun je het natuurlijk ook verder sluiten.

Broekzoom: Strijk aan beide broekspijpen elk 2 cm naar binnen en zoom de rand af met een zigzak- of coversteek.

Riem: Neem je 10 cm brede strook stof, leg deze met de goede kanten op elkaar in de lengterichting en sluit de open rand, maar laat een kleine keeropening vrij. Sluit ook de korte kanten. Draai nu de riem door de keeropening, strijk het en sluit het keeropening met de hand.

Klaar!
17/17

Klaar!

Er blijven nog wat kleine stukjes stof over, maar zo konden we flexibel inspelen op verschillende stofbreedtes.